Op de instellingenpagina kunt u de functie "Klepdetectie" in-/uitschakelen. Om te voorkomen dat de langdurige lage of hoge temperatuur van de kamertemperatuur de gebruikerservaring ondermijnt, zal de thermostaat de gebruiker herinneren aan afwijkingen in de temperatuurregeling wanneer hij detecteert dat de kamertemperatuur de ingestelde temperatuur niet kan bereiken, nadat de verwarming is uitgeschakeld. gestart, vanwege de volgende mogelijke oorzaken:

A. De thermostaat is niet correct geïnstalleerd. Er wordt aanbevolen de batterij te verwijderen en 30 seconden later terug te plaatsen, vervolgens de thermostaat opnieuw te installeren en opnieuw te kalibreren, vervolgens een tijdje te wachten en vervolgens te kijken of de fout is verholpen;

B. De kamertemperatuur is aanzienlijk hoger dan de ingestelde temperatuur vanwege de overweldigende temperatuurinstelling. Er wordt aanbevolen dat u de temperatuur opnieuw instelt, een tijdje wacht en dan controleert of de storing is verholpen;

C. Klepstoring. Vervang de klep, installeer de thermostaat opnieuw en voer de klepkalibratie uit;

D. De kamer is te groot (de radiator past niet) of er is te veel ventilatie in de kamer. Er wordt aanbevolen dat u de radiator vervangt of test of de kamerdeur of het raam open staat of lucht lekt;

E. De inlaatwaterdruk of de inlaatwatertemperatuur is te laag. Controleer de inlaatwaterdruk en de inlaatwatertemperatuur;

F. Bij het netwerken met de temperatuursensoren wordt er geen koppeling tot stand gebracht met de temperatuursensor in dezelfde kamer, of is de afstand van de temperatuursensor tot de radiator groot (het wordt aanbevolen dat de temperatuursensor in dezelfde kamer wordt geplaatst als de thermostaat, op een afstand van 2-3 m van de thermostaat);

 

De thermostaat kan correct werken, maar de kamertemperatuur is uiteraard hoger dan de ingestelde temperatuur.

Mogelijke oorzaken:

A. De thermostaat is niet correct geïnstalleerd. Verwijder de klep van de thermostaat, verwijder de batterij en wacht 30 seconden, plaats vervolgens de batterij terug en installeer de thermostaat opnieuw, en voer de klepkalibratie uit wanneer het scherm van het apparaat de installatie-interface [F11] weergeeft (u kunt op de toets drie drukken keer achter elkaar om de klepkalibratie uit te voeren, of doe hetzelfde met de APP);

B. Nadat u de defecte klep heeft vervangen, installeert u de klep opnieuw en voert u de klepkalibratie uit volgens de bovenstaande stap;

 

De thermostaat kan normaal werken, maar de kamertemperatuur is uiteraard lager dan de ingestelde temperatuur.

Mogelijke oorzaken:

A. Klepstoring. Na het vervangen van de klep verwijdert u de batterij en wacht u 30 seconden. Plaats vervolgens de batterij terug, installeer de thermostaat opnieuw en voer de klepkalibratie uit;

B. De waterinlaattemperatuur van de radiator is laag. Neem contact op met professionele technici om de warmwaterleiding te reviseren;

 

De thermostaat is niet te bedienen via de APP

Mogelijke oorzaken:

A. De thermostaat is niet verbonden met de APP. Voer opnieuw netwerken uit;

B. De thermostaat bevindt zich op afstand van de hub, of er zijn meerdere barrières ertussen. Pas de afstand aan, of zorg voor meer hubs;

C. Batterijvermogen is laag. Vervang de batterij;